Ga direct naar de inhoud
Beeldend in de klas

Interview met Lisette van Boheemen, deelnemer aan de cursus Beeldend in de Klas

Kun je iets vertellen over wie je bent en waar je werkt?
Ik ben Lisette van Boheemen en werk inmiddels zes jaar op Montessorischool Parkrijk, als leerkracht in de onderbouw.  Op onze school staat het geven van goed montessorionderwijs voorop. Daarnaast zijn er pijlers als groen en kunstzinnige vorming waar we veel aandacht aan besteden.

Wat was voor jou de aanleiding om de cursus Beeldend in de Klas te gaan volgen?
Melinda, de docent van Beeldend in de Klas, geeft ook de lessen beeldende vorming bij ons op school binnen het programma CmK. Haar lessen gaan verder dan wat ik bij mijn collega’s, maar ook bij mezelf heel veel zie: je plukt ergens iets van het internet en dat is wat je dan met je klas gaat maken. Daar wilde ik heel graag vanaf. Ik was daar al mee gestopt, maar ik wist niet hoe ik het dan wel moest doen. Ik had ooit een directeur die zei: “je moet gewoon paashaasjes gaan knutselen en voordoen hoe het moet”. Dan had ik het hele prikbord vol hangen met twintig dezelfde paashaasjes. Dat wil ik niet. Ik wil dat kinderen geïnspireerd raken om zelf aan de slag te gaan, op een creatieve manier. In de lessen van Melinda is er een hele goede opbouw. Ze maakt kinderen echt enthousiast. Kinderen komen blij de school uit en lopen echt terug naar hun laatje om hun werk te kunnen laten zien en mee te nemen naar huis. In haar lessen wordt de creativiteit van kinderen meer gestimuleerd en leren de kinderen veel meer technieken. De resultaten zijn veel creatiever dan de prefab-knutsels die vaak gemaakt worden. Ik wilde ook leren om zulke beeldende lessen te geven.

Wat vond je waardevol aan deze cursus?
Om de opbouw van een goede les beeldend te leren. Verder kijk ik nog erg uit naar het leren van technieken, wat we in de laatste les gaan doen. Maar wat ik ook waardevol vond was het kijken naar een kunstwerk en daarover in gesprek gaan, de VTS-methode (Visual Thinking Strategies). Daarin heb je als leerkracht een minder grote rol, waardoor er meer uit de kinderen komt. In de cursus hebben we dat geoefend. We kregen een wazig schilderij te zien en wij moesten vertellen wat we erin zagen. Er werd doorgevraagd: “wat zie je, wat zie je nog meer, waar zie je dat aan”? Dat doe ik zelf eigenlijk nooit met kinderen. De meerwaarde van zo’n cursus als deze is dat je zelf ervaart wat voor effect het heeft als er doorgevraagd wordt en er geen oordeel wordt gegeven over het antwoord. Je gaat daardoor echt beter luisteren naar wat anderen zeggen en inzien dat je er ook anders naar kan kijken. Je krijgt onderling veel meer interactie. Het doel is beter leren kijken. Met kunstwerken kun je dat stimuleren. Daar was ik helemaal nog niet in thuis.

Waarom zou je deze cursus aanraden?
Ik vind het belangrijk dat meer mensen dit gaan doen. Het levert je heel veel op. Het moet wel je interesse zijn natuurlijk. Ik wilde de kwaliteit van mijn beeldende lessen verbeteren, want dat is mijn zwakke plek. In deze cursus krijg ik de tools om het vakgebied beeldend echt aan te pakken. Toen ik op de pabo zat, was er voor alles een methode; je volgde gewoon het boek. Je ging echt niet zelf iets bedenken. Maar dat is juist het leuke: alles kan een aanleiding zijn voor een bepaalde beeldende les. Je hoeft daarvoor helemaal niet naar het museum. Een prentenboek is vaak ook een hele goede inspiratiebron om een les bij te maken. Dat heb ik in deze cursus meegekregen.